Schaken: een mooie bijzaak

Als je na een uitwedstrijd in Groningen al om middernacht terug in Tilburg bent, dan is er meestal iets misgegaan. Of de wedstrijd liep slecht af en iedereen wilde naar huis, of je belandde bij een kansloos Chinees restaurant waar het eten snel op tafel staat, maar helaas niet te vreten is. Of allebei. De laatste keer dat het in Groningen goed ging was volgens mij de legendarische Nacht van Assen in het seizoen 2014/15: ik was toen pas rond half drie thuis in Tilburg.

Ondanks dit slecht omen was de start van het seizoen 2017/18 zowel culinair als ook op de borden succesvol. We speelden niet bijzonder goed, maar efficient, pakten de kansen die er waren en konden met de punten op zak al om 18.15 naar een uitstekend Libanees restaurant (“Fatoush” aan het Damsterdiep) verhuizen. Rond 21u vertrokken de auto’s gen zuiden zodat iedereen op tijd kon slapen. Concessie aan de gemiddelde leeftijd in het team en de toenemende verplichtingen aan het thuisfront. Tja, het schaken wordt in toenemende mate een bijzaak op een weekend waar de écht belangrijke dingen de restaurantkeuzes en het bezoek bij de schoonouders of de speelboerderij zijn.

In de aanloop naar de wedstrijd had ik ervoor gekozen om het aangename met het nuttige te combineren: ik regelde kaarten voor het Concertgebouw op vrijdag avond en logeerde daarna bij Jelmer in Utrecht. Scheelt een uur vroeger opstaan op zaterdagochtend. Maar misschien had ik een ander programma moeten kiezen: de 10e symfonie van Gustav Mahler is natuurlijk prachtige muziek, maar ademt te veel wanhoop en doodsbesef om een goede instemming voor een schaakpartij te zijn.

Jelmer heeft trouwens niet alleen maar een uiterst comfortabel logeerbed, maar ook een auto waarmee vier personen gemakkelijk naar Groningen kunnen reizen. Alsof dit nog niet genoeg was om hem tot aanwinst van het jaar te maken, schaakt hij ook nog zeer goed en verdubbelt hij het aantal liefhebbers van klassieke muziek in LSG 1. (Excuses als ik iemand ben vergeten!) Dit soort spelers moet je hebben.

Op zaterdagochtend vertrokken we samen met Casper en Eelke richting Groningen. Opmerkelijk genoeg haalden we Eelke bij een van der Valk hotel langs de snelweg op. Romantiek weekendje weg met zijn vrouw? “Nee, dat hotel is meer voor stelletjes met leeftijdsverschil.” En met heldere economische verhoudingen, zou je willen toevoegen.

Uiteraard waren we veel te vroeg in Groningen (dat heb je als je met Nederlanders op pad gaat…), waardoor nog tijd voor een boterhammetje uit het lunchpakket was. Dat mocht van de bediening echter niet binnen het denksportcentrum waar we speelden! Ze hadden immers zelfs wat broodjes in het aanbod, met matige keuze en kwaliteit. Het zijn blijkbaar moeilijke tijden.

Enfin, er werd ook geschaakt. De sterspeler van de tegenstanders, Jorden van Foreest, overspeelde Michiel in een Italiaanse opening en reeds na twee uur was het 1-0 voor het thuisteam. Eelke speelde met zwart een correcte remise tegen Zyon Kollen, dus 1,5-0,5. Voor de rest was ik niet bijzonder optimistisch: Sommige stellingen leken veelbelovend, maar niemand stond echt duidelijk op winst. Mark stond een volle pion achter tegen Nick Maatman, die na de opening al een winst had gemist, en moest alle zeilen bij elkaar zetten om te gaan keepen. Ook mijn eigen stelling was inmiddels kritiek.

Voor de rest van de wedstrijd was het Duits Debakel beslissend. Zowel SISSA als ook LSG hebben wat Duitsers in hun team zitten, maar zij hadden allemaal niet hun beste dag. Het had 0-4 kunnen zijn, maar ook het uiteindelijke 1-3 was geen pret.

Voor mezelf bleek Hing Ting Lai opnieuw een lastige tegenstander. Ik speelde de opening vrij tam, maar offerde daarna een pion. Dat was niet goed—ik had mijn impuls moeten bedwingen en voor een gelijke stelling moeten gaan. Opmerkelijke beslissing omdat ik net voor de wedstrijd over de Duitse schaakschool doceerde: “Het is in teamwedstrijden belangrijk om vanuit de organisatie te schaken, solide zetten te doen en geen onnodige risico’s te nemen. Snelle nullen zijn psychologisch funest. Bovendien zijn er altijd tegenstanders die te ver gaan en daardoor kansen voor je eigen team creëren.” Ware woorden, die ik zelf helaas niet behartigde. Gelukkig kwam ik er met remise weg:

Minder goed ging het met mijn landgenoot Ilja Zaragatski, die de aanval van de Leidse cavallerie, aangewezen door Jan-Willem, niet kon tegenhouden:

Jan-Willem is dus helemaal terug in vorm en met deze overwinning zorgde hij voor de belangrijke 2-2 gelijkmaker.

Vanuit de organisatie schaken was zeker ook het idee van Thorben Koop, die opnieuw met wit tegen Arthur mocht spelen en een bijzonder solide opbouw (Sf3/g3/…) koos. Echter kon Arthur geleidelijk het initiatief overnemen en in het centrum doorbreken. Na de tijdnood zag het gewonnen voor zwart uit en dat was het ook. Maar aan het eind gaf Arthur hem een kans om zich studieachtig te redden, wat je hier kunt nalezen. Commentaar van een teleurgestelde Thorben Koop: “I often play shitty, but usually, I see those tricks.” Deze keer dus een uitzondering in het voordeel van LSG. 2-3.

Ook de laatste Duitser, Julian Kramer, kwam aan het topbord tegen Casper onder druk te staan. Uiteindelijk lukte het hem om in een minder eindspel remise te bereiken. In de analyse leek het erop dat Casper kansen had gemist, maar hoeveel het was zal ie zelf moeten aangeven. 2,5-3,5 dus.

Ondanks deze voorsprong was de uitslag nog niet helemaal duidelijk. Rudy deed een onnauwkeurige zet in een beter toreneindspel en Simon Elgersma kreeg voldoende tegenspel voor remise. 3-4.

Gelukkig vielen alle andere borden onze kant op. Jelmer converteerde zijn positioneel voordeel. Ook Edwin wist te winnen. Na de opening had hij met de dame tegen twee stukken vrijwel op winst gestaan, maar het was niet opgelegd hoe het punt precies binnengesleept moest worden. Hij miste op gegeven moment de kans om materiaal voor winnende aanval terug te geven en Ivo Maris, zijn tegenstander, kreeg gevaarlijke compensatie. Maar ook Ivo ging kort na de tijdnood de mist in waarna de agile dame van Edwin de dag besliste. Ten slotte keepte Mark zijn minder eindspel tegen Nick Maatman. 3,5,-6,5 dus. Wat een moeilijke klus leek te worden eindigde in een duidelijke overwinning en de (tijdelijke) koploperspositie in de competitie.

Mijn beste zetten op die dag deed ik trouwens op de weg terug in de auto. Casper vroeg me of we Stockfish voor een vluggertje-match wilden uitdagen. Dat deed ik uiteraard met plezier. Ik gaf de lijnen aan—solide spelen en ruilen wat je ruilen kunt—en daarmee lukte het ons om de witpartij soepeltjes remise te houden. Sommige mensen zouden het Duits afbraakschaak noemen, maar het was best effectief.

Ook met zwart deden we goede zaken. We gaven een pion voor redelijke positionele compensatie. De engine stond wat beter, maar vond geen plan en speelde alleen maar stukken op en neer. Maar zoals vaak werden we uiteindelijk getruct en moesten naar een minder eindspel afwikkelen. Terwijl de Mozart-variaties van Max Reger uit de speakers klonken en naar hun magistraal hoogtepunt, de triomfantelijke terugkeer van het hoofdthema in de trompetten en hoorns, toestreefden (rond 30:30 in de video), braken ook de pionnen van de computer beslissend door.

Volgend stuk op de CD, eveneens van Max Reger: “Die Toteninsel”.

In verband met de europacup gaan we volgende week opnieuw aan de slag: deze keer tegen Voerendaal. Uitermate jammer dat we niet uit spelen, want Hotel-Restaurant De Post in Klimmen heeft een van de beste prijs-kwaliteit verhoudingen van heel Nederland. In plaats daarvan moeten we nu reviews op iens.nl en andere sites bestuderen om een goede en betaalbare optie in Leiden te vinden. Niet zo makkelijk als het klinkt, want niet elk restaurant heeft op zaterdagavond plek voor 10 mensen. Maar we gaan de uitdaging aan en zullen er een serieuze voorbereiding van maken. Schaken is immers slechts een bijzaak.

1 reactie op “Schaken: een mooie bijzaak

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*